|
|
|
De expert instellingen zorgen ervoor dat u om de
automatische instellingen van PDFtoMusic Pro zelf
ter hand kunt nemen. Hierdoor kan de herkenning van
één of meerdere documenten verbeteren.
U grijpt rechtstreeks in op de interne algoritmen
die PDFtoMusic Pro hanteert.
De standaardinstellingen voor PDFtoMusic Pro zijn
meestal gemiddelde waarden, die het beste werken
voor een groot deel van de PDF-documenten. Voor
sommige bijzondere PDF-documenten kunnen deze
standaardinstellingen tot fouten leiden. U kunt deze
instellingen hier aanpassen.
U heeft hier goede kennis nodig van de verwerking
die door PDFtoMusic Pro wordt gedaan. Pas daarom
iedere keer maar één waarde aan en stel hem
vervolgens nauwkeurig in.
U hoeft zich overigens geen zorgen te maken. U kunt
de oorspronkelijke instellingen terugkrijgen, door
op ieder moment op de "Herstellen"-knop te drukken.
Deze instellingen betreffen alleen nieuw geladen
PDF-documenten. Zij hebben dus geen invloed op de
documenten die al geladen zijn.
De verschillende onderdelen worden in een precieze
volgorde aangeboden: dit is de volgorde die door
PDFtoMusic gebruikt wordt om een document te
analyseren.
Een voorbeeld: de samenvoeging van tekens om woorden
op te bouwen wordt gedaan vóórdat deze woorden
worden geanalyseerd.
Bij ieder paneel hoort een bepaalde complexiteit:
van hoog naar laag.
Voordat u aanpassingen met een hoge complexiteit
doorvoert, wees er dan zeker van dat u hierover goed
heeft nagedacht...
Bewerken van de
instellingen
|
|
De eerste keer dat u de expert
instellingen opent, wordt aan u een bevestiging
gevraagd over deze handeling.
Vervolgens ziet u het volgende dialoogvenster:
Links staan de verschillende
panelen met de expert instellingen. Ieder paneel
wordt in dit hoofdstuk in detail omschreven. Als
een waarde binnen een paneel gewijzigd is, dan
wordt dit aangegeven met een ster. Deze ster
staat voor de naam van het bijbehorende paneel.
Rechts vindt u verschillende schuifbalken.
Hiermee kunt u een waarde veranderen. Als u op
de waarde dubbelklikt, dan kunt u hem als een in
te voeren tekst wijzigen. Als de tekst afwijkt
van de oorspronkelijke waarde, dan wordt het
verschil aan de rechterkant weergegeven.
Onderaan vindt u verschillende knoppen:
• Standaard
Met deze knop kunt u de huidige expert
instellingen vastleggen als de nieuwe standaard
voor PDFtoMusic Pro. Wees erg zeker van uzelf,
zodra u deze knop gebruikt.
• Herstellen
Herstelt de expert instellingen naar hun
oorspronkelijke waarde. Dit kan voor dit paneel
gelden, of voor alle panelen.
• Laden
Hiermee laadt u een bestand met de expert
instellingen, die eerder is opgeslagen met de
"Opslaan" knop. U overschrijft hiermee alle
instellingen van alle panelen.
• Opslaan
Sla alle expert instellingen op een een
definitiebestand. Hiermee kunt u een
voorgedefinieerde groep van parameters aanmaken.
• << en >>
Schakelt tussen de verschillende panelen. U kunt
ook op de panelen links in de lijst klikken.
Let op: als PDFtoMusic Pro draait, terwijl u een
waarde van één of meerdere expert instellingen
wijzigt, dan wordt een waarschuwing getoond die
u aangeeft dat u alle PDF-bestanden met
afwijkende instellingen zult gaan verwerken.
Als u een bericht stuurt naar onze technische
afdeling (via het internet menu), dan worden
alle gewijzigde instellingen meegeleverd. Wij
kunnen dan op dezelfde manier en met dezelfde
instellingen als uzelf aan uw documenten werken.
Horiz. en vert.
lijnen
|
|
Complexiteit : hoog
De horizontale en verticale lijnen zijn essentieel.
Zij vormen de eerste stap in de analyse.
Zij vormen de lijnen van de notenbalken, de
maatstrepen en de nootstokken. Zij vormen de kapstok
van het document.
De analyse van de lijnen wordt uitgevoerd voordat de
notenbalken worden opgezocht. De bijbehorende
eenheid is de pixel.
Als na de analyse sommige notenbalken lijken te
ontbreken, dan kan het wijzigen van deze
instellingen mogelijk helpen.
|
|
Een deel van
de partituur
|
Hetgeen
PDFtoMusic Pro detecteert
|
• Horizontale onnauwkeurigheid voor het
samenvoegen van lijnen (in pixels)
Wanneer de lijnen zijn opgebouwd uit meerdere
smalle lijnen, dan zorgt het verhogen van deze
waarde voor een meer tolerante samenvoeging van deze
lijnen.
• Verticale onnauwkeurigheid voor het samenvoegen
van lijnen (in pixels)
Soms zijn dikke lijnen opgebouwd uit meerdere dikke
lijnen, die boven op elkaar worden getekend. Het
verhogen van deze waarde zorgt voor een meer
tolerante samenvoeging van deze lijnen.
• Minimale lijndikte ten behoeve van de
herkenning (in pixels)
Soms worden kleine, dunne en nodeloze lijnen
gedetecteerd. Zij kunnen met deze instelling worden
verwijderd.
Notenbalken
|
|
Complexiteit : hoog
Zodra de horizontale lijnen gedetecteerd zijn, dan
tracht PDFtoMusic Pro hierin de notenbalken te
herkennen: een groep van lijnen die ongeveer op
dezelfde afstand van elkaar staan en die bijna
gelijktijdig eindigen.
Op het moment dat de notenbalken bepaald zijn, dan
is de algemene eenheid van het document bekend: de
"lijnafstand". De lijnafstand is de afstand tussen
twee horizontale lijnen in dezelfde notenbalk.
|
|
Gedetecteerde
horizontale en verticale lijnen
|
Gedetecteerde
lijnen van de notenbalk
|
• Horizontale onnauwkeurigheid voor het
samenvoegen van lijnen van de notenbalk (in
pixels)
Dit is de maximale tolerantie voor het samenvoegen
van twee lijnen naar één enkele lijn. De samen te
voegen lijnen vallen van begin tot eind samen.
• Verticale onnauwkeurigheid voor lijnen van de
notenbalk (in pixels)
Dit is de maximale tolerantie voor het samenvoegen
van twee lijnen die boven op elkaar zijn getekend.
Zij worden samengevoegd naar één enkele, dikkere
lijn.
• Maximale lijndikte (in pixels)
Deze instelling helpt u bij het verwijderen van te
dikke lijnen. Als u op uw document notenbalken ziet
met tamelijk dikke lijnen, dan moet u deze
instelling verhogen.
• Maximale lijnafstand (verhouding van de
paginahoogte)
De lijnen die in het document te ver uit elkaar
staan, kunnen met deze instelling worden verwijderd.
Het kan echter zijn dat er notenbalken zijn met
lijnen die tamelijk ver van elkaar staan, zoals
bijvoorbeeld in een tabulatuur. In dat soort
gevallen moet u de waarde van deze instelling
verhogen.
Wees wel voorzichtig: een te hoge tolerantie kan
ervoor zorgen dat er notenbalken herkend worden,
terwijl die er niet staan.
Opmerking: 'verhouding van de paginahoogte' houdt
het volgende in. Stel dat er een pagina is die twee
keer zo hoog is een andere. Ook de notenbalken zijn
dan twee keer zo groot. Deze instellingen blijven
dan geldig! Als zij in pixels waren uitgedrukt, dan
moest ook het aantal pixels worden verdubbeld.
• Minimale horizontale lengte voor de lijnen van
de notenbalk (verhouding van de paginabreedte)
Lijnen die te kort zijn, kunnen met deze
instelling worden verwijderd. Een voorbeeld: één of
twee maten, of zelfs een hele paragraaf met
onderstreepte tekst als versiering, zijn geen
onderdeel van de muziek van de partituur.
Opmerking: 'verhouding van de paginabreedte' houdt
het volgende in. Stel dat er een pagina is die twee
keer zo breed is een andere. Ook de notenbalken zijn
dan twee keer zo breed. Deze instellingen blijven
dan geldig! Als zij in pixels waren uitgedrukt, dan
moest ook het aantal pixels worden verdubbeld.
• Onnauwkeurigheid van de lijnafstand (in
lijnafstanden)
Deze waarde stelt de berekening van de tolerantie in
tijdens het zoeken naar horizontale lijnen, die op
een gelijke afstand van elkaar horen te staan. Op
sommige PDF-bestanden, die met een lage resolutie
zijn aangemaakt, kan het zijn dat de horizontale
lijnen niet op regelmatige afstanden staan.
Schuine lijnen
|
|
Complexiteit: gemiddeld
Schuine lijnen worden meestal gebruikt om
waardestrepen, (de)crescendotekens of antimetrische
figuren te tekenen.
|
|
Een deel van
een partituur
|
In rood
hetgeen PDFtoMusic Pro detecteert |
• Onnauwkeurigheid bij het vergelijken van de
hellingen
Zodra twee schuine (of scheve) lijnen met dezelfde
hoek zodanig zijn getekend dat de tweede lijn de
eerste lijkt te verlengen, dan kunnen zij
samengevoegd worden tot één enkele rechte lijn.
Als de hoek niet helemaal gelijk is, dan kan dit nog
steeds. In dit geval hangt het samenvoegen af van
het verschil in de schuinte. Deze instelling geeft
aan tot welk verschil de lijnen alsnog zullen worden
samengevoegd.
• Horizontale onnauwkeurigheid voor het
samenvoegen van lijnen (in lijnafstanden)
• Verticale onnauwkeurigheid voor het samenvoegen
van lijnen (in lijnafstanden)
Twee lijnen met een vergelijkbare helling zijn boven
op elkaar getekend. Als deze waarden verhoogd
worden, dan worden deze twee lijnen samengevoegd om
een dikkere lijn te vormen.
• Verticale afstand voor het samenvoegen van
lijnen (in lijnafstanden)
Zodra twee lijnen niet precies bij elkaar eindigen
(er is dus een kleine opening tussen de twee
lijnen), dan kunnen zij nog steeds samengevoegd
worden tot één enkele lijn. Deze instelling bepaalt
de maximale grootte van de opening.
• Dikte onnauwkeurigheid bij het samenvoegen van
schuine lijnen (in lijnafstanden)
Deze instelling voorkomt dat lijnen worden
samengevoegd, ondanks dat zij aan alle bovenstaande
criteria voldoen, maar waarbij hun individuele dikte
verschillend is.
• Verwijdering van foutieve schuine lijnen:
minimale toegestane grootte (in lijnafstanden)
Soms worden kleine en onbruikbare lijnen
gedetecteerd die er in werkelijkheid niet zijn. Deze
kunnen met deze instelling verwijderd worden.
Systemen en
groepen
|
|
Complexiteit: gemiddeld
Op dit moment zijn de notenbalken en de schuine
lijnen gevonden. PDFtoMusic Pro probeert nu de
notenbalken samen te voegen in notenbalkgroepen. De
verticale lijnen of de accolades en de haken die
zich in de linkermarge bevinden, worden nu
vastgesteld.
|
|
Een deel van
de partituur
|
Hetgeen
PDFtoMusic vaststelt:
Een systeem met drie notenbalken.
De twee onderste notenbalken worden door de
accolade gegroepeerd naar één enkel deel.
|
• Horizontale onnauwkeurigheid bij het zoeken
naar systemen (in lijnafstanden)
In sommige documenten zit het groeperende symbool
ofwel erg ver van het linkerkant van de notenbalk,
of hij zit binnen het gebied van de notenbalk. Met
deze instelling bepaalt u de maximale afstand in
lijnafstanden.
Als deze waarde nul is, dan wordt iedere notenbalk
een onafhankelijk systeem.
• Verticale onnauwkeurigheid bij
het zoeken naar systemen (in lijnafstanden)
De maximale afstand tussen het einde van het
groeperende symbool en de bovenkant of de onderkant
van de notenbalk.
Maatstrepen
|
|
Complexiteit: gemiddeld
Zodra de notenbalken samen gegroepeerd zijn, dan
tracht PDFtoMusic Pro de verticale lijnen te
lokaliseren. Dit zijn de lijnen die bovenaan een
systeem of een notenbalk starten en die onderaan een
systeem of notenbalk eindigen. PDFtoMusic Pro
probeert hiermee de maatstrepen te detecteren.
|
a) dikke maatstreep
b) dunne maatstreep
c) dubbele dunne maatstreep
|
• Minimale breedte voor een dikke maatstreep (in
lijnafstanden)
Deze instelling geeft aan op welk moment een
maatstreep als 'dik' geclassificeerd moet worden.
Stel dat de maatstrepen voor herhaling niet worden
herkend, dan moet u deze waarde verkleinen.
En omgekeerd: als er teveel dikke maatstrepen worden
herkend, dan moet u deze waarde vergroten.
• Minimale afstand tussen twee dunne maatstrepen
(in lijnafstanden)
In een PDF-bestand wordt soms een maatstreep
meerdere keren getekend aan het einde van een maat.
Als u deze instelling groter maakt, dan worden de
dubbele maatstrepen vervangen door één enkele.
• Minimale maatbreedte (verhouding van de hoogte
van de notenbalk)
Maten horen muzieksymbolen te bevatten, dus zij
moeten voldoende breed zijn. Sommige maten kunnen
echter smaller zijn (zoals upbeat maten). U kunt
deze waarde verkleinen als u merkt dat verschillende
kleine maten samengevoegd worden tot één enkele
maat.
Opmerking: de 'verhouding van de hoogte van de
notenbalk' houdt het volgende in. Als een notenbalk
twee keer zo hoog is, dan is het aantal pixels (of
millimeters) eveneens twee keer zo groot. Deze
instellingen blijft dus geldig! Als zij in pixels
was uitgedrukt, dan moest ook het aantal pixels
worden verdubbeld.
Sleutels
|
|
Complexiteit : laag
Na het groeperen van de notenbalken en het
vaststellen van de maten, dan begint PDFtoMusic Pro
de individuele muzieksymbolen te interpreteren. Hij
start met de sleutel.
• Minimale hoogte voor het sleutelsymbool (in
lijnafstanden)
Dit is de minimale hoogte van het symbool om hem als
een geldige sleutel te interpreteren.
• Minimale hoogte van een 8 of 15 bij de sleutel
(in lijnafstanden)
Dit is de minimale hoogte om het begin van een
octaaf ten opzichte van de sleutel (8va, 8vb,
15ma...) als geldig te interpreteren.
• Maximale hoogte van een 8 of 15 bij de
sleutel (in lijnafstanden)
Dit is de maximale hoogte om het begin van een
octaaf ten opzichte van de sleutel (8va, 8vb,
15ma...) als geldig te interpreteren.
Maataanduiding
|
|
Complexiteit : laag
Maataanduidingen die niet zijn afgekort, kunnen
makkelijk voor andere nummers gezien worden.
Voorbeelden daarvan zijn de antimetrische figuren of
de vingerzetting.
De volgende instellingen zorgen ervoor dat de
maataanduiding in dit soort gevallen nauwkeuriger
wordt geïnterpreteerd.
• Verticale grootte van de scheiding tussen het
aantal tellen en de teleenheid (ratio)
Deze instelling geeft aan hoeveel lijnafstanden
toegestaan zijn tussen de teller en de noemer, om
nog altijd als één maataanduiding geïnterpreteerd te
worden. Dit wordt uitgedrukt als een percentage
(ratio) van de hoogte van het teken.
• Minimale grootte voor de getallen van de
maataanduiding (in lijnafstanden)
De getallen (of cijfers) die kleiner zijn dan deze
drempel worden niet geïnterpreteerd als onderdeel
van de maataanduiding.
• Maximale horizontale verschuiving tussen de
getallen (in lijnafstanden)
Als de getallen opgebouwd zijn uit meerdere cijfers,
dan bepaalt deze instelling de maximale horizontale
afstand die voor hen wordt toegestaan.
Noten
|
|
Complexiteit : laag
Nu is het tijd om de noten te detecteren die op de
notenbalk staan...
• Maximale grootte van de notenkop van een
voorslag (in lijnafstanden)
Met deze instelling worden de verschillen in de
grootte tussen de voorslag en de normale noot
aangepast.
In hetzelfde document zijn de noten altijd groter
dan de voorslagen.
Maar het verschil kan soms erg klein zijn. Als de
voorslagen foutief worden geïnterpreteerd als
normale noten, dan moet u de waarde van deze
instelling verkleinen.
• Maximale grootte van een voorslag in één
symbool (in lijnafstanden)
Bij de notenkop van de voorslag worden de stok en de
vlag met één enkel symbool getekend. Hier kan de
maximale grootte van dat symbool worden opgegeven.
• Maximale afstand vanaf de vlag tot de noot (in
lijnafstanden)
Vlaggen die te ver van de notenkop staan, kunnen
worden verwijderd.
Zie hiervoor ook het "Punteren" paneel.
• Maximale grootte van een korte voorslag die in
één symbool is getekend (in lijnafstanden)
Vlaggen die te ver van de notenkop staan, kunnen
worden verwijderd.
Hulplijnen
|
|
Complexiteit : laag
Soms worden er noten getekend die buiten de lijnen
van de notenbalk liggen. Om hen toch aan de juiste
notenbalk te koppelen en ook om hun hoogte helder
aan te duiden, worden er kleine horizontale
hulplijnen getrokken. De hulplijnen staan tussen de
notenkop en de normale lijnen van de notenbalk.
• Maximale grootte van een hulplijn (in
lijnafstanden)
Hulplijnen die breder zijn dan de aangegeven waarde
worden genegeerd.
• Maximale horizontale afstand tussen de notenkop
en de hulplijn (in lijnafstanden)
• Maximale verticale afstand tussen de notenkop
en de hulplijn (in lijnafstanden)
De hulplijn hoort de notenkop in het midden te
doorsnijden. Deze instelling helpt u om een
afwijking hierin te tolereren.
Voortekening
|
|
Complexiteit : laag
Voortekens of accidenties zijn allen aan noten
gerelateerd. Als er echter een verandering van de
sleutel plaatsvindt, dan worden vergelijkbare
symbolen weergegeven voor de noten. Zij definiëren
de nieuwe sleutel. Het aanpassen van deze instelling
kan ertoe leiden dat PDFtoMusic Pro accidenties van
noten interpreteert als een verandering van sleutel.
En omgekeerd.
• Maximale verticale afstand tussen het voorteken
en de notenkop (in lijnafstanden)
Als het voorteken verticaal gezien te ver ligt
van het midden van de notenkop, dan wordt hij niet
als een voorteken geïnterpreteerd. Deze instelling
hoeft slechts zelden te worden aangepast (a).
• Maximale horizontale afstand tussen de
rechterkant van het voorteken en de linkerkant van
de notenkop (in lijnafstanden)
Als noten onderdeel zijn van een akkoord, dan
kunnen de voortekens naar links verschoven zijn. Dit
voorkomt dat zij onleesbaar worden.
Als u deze instelling vergroot, dan relateert
PDFtoMusic Pro het voorteken aan de noot, in plaats
van als een verandering van de sleutel. Let op: meer
complexe algoritmen proberen de resultaten altijd
consistent te houden. Deze instelling kan hiervoor
ook gebruikt worden (b).
Er is een aantal bijzondere gevallen dat opgelost
kan worden door het aanpassen van deze instelling.
Een voorbeeld:
Hier staan de voortekens nogal
ver van de bijbehorende notenkoppen.
• Maximale horizontale afstand tussen de
voortekens en de noten in een akkoord (in
lijnafstanden)
In een akkoord worden de voortekens op dezelfde
manier geplaatst. Zij volgen hiervoor een zekere
logica. Met het vergroten van deze instelling zoekt
PDFtoMusic Pro naar voortekens die een grotere
afstand tot de notenkop hebben (c).
Notenstokken
|
|
Complexiteit : laag
Het vinden van de juiste notenstokken is belangrijk,
omdat zij zowel de tijdsduur van de noten en de
akkoorden bepalen.
Een noot kan een waardestreep en vlaggen aan zijn
notenstok hebben.
• Maximale horizontale afstand tussen de notenkop
en de notenstok (in lijnafstanden)
Verticale lijnen die te ver staan van de
notenkop, worden niet meegerekend (a).
• Maximale dikte van de notenstok (in
lijnafstanden)
Verticale lijnen die dikker zijn dan deze
instelling, worden niet meegerekend (b).
• Minimale grootte van een notenstok (in
lijnafstanden)
Kleinere verticale lijnen worden niet meegerekend.
In sommige documenten worden de noten met erg korte
notenstokken getekend. Het kan dan nodig zijn om de
waarde van deze instelling te verkleinen (c).
• Minimale grootte van de notenstok van
voorslagen (in lijnafstanden)
Kleinere verticale lijnen worden niet meegerekend
als notenstokken van de voorslagen.
• Maximale grootte van een notenstok (in
lijnafstanden)
Langere verticale lijnen worden niet meegerekend
(c).
Rusten
|
|
Complexiteit : laag
Het grootste probleem bij het interpreteren van
rusten is het vaststellen van een hele rust. Het
teken is erg eenvoudig (een rechthoekje), maar hij
kan verward worden met bijvoorbeeld een horizontale
waardestreep of een tenuto symbool. De volgende
instellingen helpen bij het juist herkennen van de
rust.
• Minimale breedte van een hele rust (in
lijnafstanden)
• Maximale breedte van een hele rust (in
lijnafstanden)
Als de rust te breed of juist niet breed genoeg is,
dan worden de rechthoeken niet meegerekend.
• Minimale hoogte van een hele rust (in
lijnafstanden)
• Maximale hoogte van een hele rust (in
lijnafstanden)
Als de rechthoek te dik of juist niet dik genoeg is,
dan wordt hij niet meegerekend.
• Maximale verticale afstand vanaf de rust naar
het gebied van de notenbalk (in lijnafstanden)
Meestal ligt de rust binnen het gebied van de
notenbalk. Soms kan dit anders zijn. Sommige
notenbalken zijn opgebouwd uit meerdere stemmen. De
rusten worden dan omhoog of omlaag verplaatst, om te
voorkomen dat zij bovenop andere symbolen komen te
liggen. Deze instelling bepaalt het maximale
startpunt vanaf de rust tot en met de bovenste of
onderste grens van de notenbalk.
Antimetrische
figuren
|
|
Complexiteit : laag
Antimetrische figuren kunnen op zowel noten als op
rusten worden toegepast. Meestal worden ze boven of
onder een waardestreep getekend. Ze kunnen getekend
worden met een haak die aangeeft op welke noten de
antimetrische figuur van toepassing is.
Antimetrische figuren kunnen verward worden met de
notatie voor de vingerzetting.
Het zoeken naar antimetrische figuren kan worden
gedeactiveerd met het "Verbeteren>Sta
vingerzetting toe" menu. Dit geldt dan voor het hele
document.
• Maximale horizontale afstand tussen het getal en
het midden van de waardestreep (in lijnafstanden)
Als een antimetrische figuur gerelateerd is aan een
groep van noten met een waardestreep, dan wordt het
getal ten opzichte van de waardestreep gecentreerd
weergegeven. Deze instelling geeft de maximale
afwijking van deze ideale waarde aan (a).
• Maximale verticale afstand tussen een
antimetrische figuur en de lijn (in lijnafstanden)
Het getal van de antimetrische figuur ligt
meestal dichtbij de waardestreep. Deze instelling
geeft de maximale afwijking van deze ideale waarde
(b).
• Maximale horizontale afstand tussen het einde
van de dunne lijn en het getal van de
antimetrische figuur (in lijnafstanden)
Soms wordt een antimetrische figuur getekend als
een haak die de bijbehorende noten omvat. Deze
instelling geeft de maximale ruimte aan tussen het
getal en het einde van de lijn (c).
• Maximale horizontale afstand tussen de uiteinden
van de onderbroken lijn van de antimetrische
figuur (in lijnafstanden)
Als een antimetrische figuur op de lijn wordt
getekend, dan wordt deze lijn onderbroken. Deze
instelling geeft de maximale grootte aan van de
onderbreking (d).
• Minimale hoogte voor de tekst van een
antimetrische figuur (in lijnafstanden)
• Maximale hoogte voor de tekst van
een antimetrische figuur (in lijnafstanden)
Deze grenzen aan de grootte van de (letter)tekens
van een antimetrische figuur helpen om onderscheid
te maken tussen een antimetrische figuur en een
vingerzetting.
• De verhouding tussen het aantal tekstobjecten
die een goed geplaatste antimetrische figuur zijn
en objecten die dit mogelijk zouden kunnen zijn.
De mogelijke verwarring tussen antimetrische
figuren en de vingerzetting wordt hierbij berekend.
Als hij te hoog is (een groot deel is dan een
verkeerd geplaatste antimetrische figuur), dan wordt
uitgegaan van het feit dat alle antimetrische
figuren getekend worden met een haak.
Punten
|
|
Complexiteit : laag
Punten kunnen na de notenkop getekend worden. Zij
verlengen de duur van de noot. Zij kunnen ook
staccato zijn, of onderdeel zijn van een herhaling.
• Minimale grootte van een punt (in lijnafstanden)
Onwillekeurige vervuiling (kleine betekenisloze
punten) kunnen met deze instelling verwijderd
worden.
• Maximale grootte van een punt. Hiermee wordt
onderscheid gemaakt tussen een punt en de notenkop
van een voorslag (in lijnafstanden)
Hiermee kan onderscheid worden gemaakt tussen een
punt en de notenkop van een korte voorslag. Als deze
waarde vergroot wordt, dan kan dit invloed hebben op
de herkenning.
• Maximale verticale afstand tussen de notenkop
en de punt (in lijnafstanden)
De punt die de tijdsduur van de notenkop
verlengt, kan verticaal verschoven zijn. Als de punt
niet meegerekend wordt, dan moet de waarde van deze
instelling vergroot worden.
• Maximale horizontale afstand tussen de notenkop
en de punt (in lijnafstanden)
Deze instelling geeft de maximale afstand tussen
de punt en de notenkop. Als de afstand kleiner is
dan deze afstand, dan wordt hij beschouwd als
gerelateerd aan een notenkop.
• Maximale afstand tussen de punt en de herhaling
(in lijnafstanden)
Als een herhaling geïnterpreteerd wordt als het
begin of het einde van het muziekstuk, dan moet de
waarde van deze instelling vergroot worden.
Ornamenten
|
|
Complexiteit: gemiddeld
PDFtoMusic heeft een aantal instellingen waarmee
handmatig objecten met grafische overeenkomsten
kunnen worden onderscheiden. Voorbeelden zijn de
vorm van tenuto ornamenten en hele rusten.
• Minimale horizontale grootte van een tenuto (in
lijnafstanden) (b)
• Maximale horizontale grootte van een tenuto (in
lijnafstanden)
• Minimale verticale grootte van een tenuto (in
lijnafstanden) (a)
Een tenuto is een kleine horizontale lijn die
gewoonlijk boven de notenkop wordt getekend. Er zijn
veel soorten horizontale lijnen die allen in een
partituur voor kunnen komen. Deze instellingen
kunnen worden aangepast, waardoor horizontale lijnen
die geen de lijnen van de notenbalk of hulplijnen
zijn als tenuto's worden geïnterpreteerd.
• Maximale horizontale afstand tussen het
ornament en de noot (in lijnafstanden) (c)
• Maximale verticale afstand tussen het ornament
en de noot (in lijnafstanden) (d)
Ornamenten zijn gewoonlijk vlak bij de noot
geplaatst waar zij bij horen. De waarden van deze
instellingen geven de maximale tolerantie van deze
afstand weer.
• Minimale horizontale grootte van een ornament
(in lijnafstanden)
Sommige kleine vormen kunnen als ornamenten worden
geïnterpreteerd. De waarde van deze instelling
verwijdert kleine vormen die als ornamenten
geïnterpreteerd kunnen worden.
Vingerzettingen
|
|
Complexiteit: gemiddeld
Vingerzettingen zijn numerieke waarden die lopen
vanaf 0 tot en met 5. Zij geven de vinger van de
uitvoerder aan, die gebruikt moet worden om de noot
af te spelen.
Zij kunnen gemakkelijk worden verward met
antimetrische figuren.
Om te weten hoe groot een teken op de pagina is,
houdt dan de muisaanwijzer boven het gekozen teken
en wacht vervolgens één seconde.
• Minimale hoogte van een teken van de
vingerzetting (in lijnafstanden)
• Maximale hoogte van een teken van de
vingerzetting (in lijnafstanden)
Het aanpassen van de begrenzingen van de hoogte van
de tekens voor vingerzettingen, kan helpen om
onderscheid te maken tussen antimetrische figuren en
vingerzettingen. Let op: dit is niet altijd het
geval.
Bogen
|
|
Complexiteit : laag
Bogen en verbindingsbogen zijn altijd aan twee noten
gerelateerd. Dit zijn de bron- en de doelnoot.
Bij iedere vorm die mogelijk een boog is, probeert
PDFtoMusic Pro de bijbehorende noten te vinden.
Als de boog gesplitst is, bijvoorbeeld als de
notenbalk het einde van de pagina heeft bereikt, dan
zoekt PDFtoMusic de doelnoot in de bijbehorende
notenbalk in het volgende systeem.
• Maximale horizontale afstand tussen het einde
van de boog en de notenkop (in lijnafstanden)
• Maximale verticale afstand tussen het einde van
de boog en de notenkop (in lijnafstanden)
De maximale afstand tussen de notenkop en het einde
van een boog. Deze instelling beïnvloedt alleen het
ruwe (of grove) zoeken naar de noten die bij de boog
kunnen horen.
• Minimale booghoogte (in lijnafstanden)
Deze instelling definieert de mate van de kromming
die een boog moet hebben, om niet als een
horizontale lijn geïnterpreteerd te worden.
• Onnauwkeurigheid bij het zoeken naar bogen (in
lijnafstanden)
Dit is een nauwkeurige afstelling voor het zoeken
naar de noot die bij de boog hoort.
• Verticale onnauwkeurigheid bij het verbinden
van bogen van het ene systeem met een ander (in
lijnafstanden)
Als een boog bij het einde van een pagina nog
niet afgemaakt is, dan wordt naar een tweede boog
gezocht in de gelijkwaardige (of equivalente)
notenbalk van het volgende systeem. Deze waarde
geeft de verticale tolerantie aan bij het vinden van
de tweede boog.
• Onnauwkeurigheid bij het samenvoegen van twee
overlappende bogen (in lijnafstanden)
In sommige bestanden worden meerdere bogen op
dezelfde plaats getekend. Om hen samen te kunnen
voegen tot één enkele boog, wordt een vergelijking
op het getekende gebied van de bogen uitgevoerd.
Hierbij geldt een bepaalde tolerantie. Deze
instelling geeft deze tolerantie weer.
• De verhouding van tweeledige (gespiegelde)
bogen
In sommige bestanden worden de bogen in twee delen
getekend. Eén voor de eerste deel, gevolgd door één
(gespiegelde) in het tweede deel. Er wordt een
analyse uitgevoerd om te bepalen of het bestand deze
manier van weergeven van bogen volgt.
Als het aantal bogen dat van begin tot eind loopt
wordt vergeleken het het aantal gescheiden bogen en
de verhouding is groter dan de ingestelde waarde,
dan wordt er vanuit gegaan dat de bogen inderdaad
gespiegeld zijn.
In some cases the slurs are
traced via a multitude of small lines.
The following parameters allow you to adjust the
splicing precision of these lines.
-Horizontal search precision for castings drawn
with lines (in line spaces)
-Precision of vertical search for flows
drawn with lines (in line spaces)
Overbindingen
|
|
Complexiteit : laag
De bogen zijn inmiddels vastgesteld. PDFtoMusic Pro
probeert nu te achterhalen welke van de bogen
feitelijk overbindingen zijn. Hiervoor moeten de
hoogten van de noten worden vergeleken. Daarna moet
de tamelijk korte afstand tussen de notenkop en het
einde van de overbinding worden bekeken:
• Maximale horizontale afstand tussen het einde
van de overbinding en de notenkop (in
lijnafstanden)
• Maximale verticale afstand tussen het einde van
de overbinding en de notenkop (in lijnafstanden)
Waardestrepen
|
|
Complexiteit: gemiddeld
Horizontale en schuine lijnen die nog niet zijn
verwerkt, worden nu geanalyseerd. Bekeken wordt of
zij aan de notenstokken verbonden zijn en of zij dik
genoeg zijn. In dat geval zijn zij waardestrepen.
• Horizontale onnauwkeurigheid tussen de positie
van de notenstok en de waardestreep (in
lijnafstanden)
Deze instelling geeft de toegestane afstand aan
tussen de notenstok en de waardestreep. Als de
afstand groter is, dan horen de noten niet bij
elkaar. Deze waarde geeft de tolerantie daarvan weer
(a).
Let op: als deze waarde wordt verhoogd, dan kan
PDFtoMusic tenuto ornamenten als waardestrepen
interpreteren.
• Horizontale onnauwkeurigheid tussen de positie
van de notenstok en de waardestreep bij een
tremolo (in lijnafstanden)
Bij tremolo's is de waardestreep niet verbonden met
de notenstok (b).
• Verticale onnauwkeurigheid tussen de positie
van de notenstok en de waardestreep (in
lijnafstanden)
Op dezelfde wijze geldt dat de notenstok verticaal
dicht bij de waardestreep moet eindigen (c).
• Minimale dikte van de waardestreep (in
lijnafstanden)
Horizontale en schuine lijnen worden als
waardestrepen geïnterpreteerd als hun dikte boven de
waarde van deze instelling uitkomt (d).
Let op: een te lage waarde kan de herkenning van
antimetrische figuren verstoren.
• Maximale dikte van de waardestreep (in
lijnafstanden)
Horizontale en schuine lijnen worden als
waardestrepen geïnterpreteerd als hun dikte onder de
waarde van deze instelling uitkomt (d).
• Minimale afstand tussen de waardestreep en de
notenkop (in lijnafstanden)
Waardestrepen moeten op een afdoende afstand van de
notenkop staan (e).
• Tolerantie voor het vergelijken van de helling
van meervoudige waardestrepen
Als een waardestreep uit meerdere lijnen is
opgebouwd, dan moeten zij min of meer parallel
lopen. Deze instelling is de tolerantie van de
hellingen van de verschillende lijnen van de
waardestreep.
Lettertypen
|
|
Complexiteit : laag
• Verhouding tussen de tekens op de notenbalk en
het totale aantal tekens voor de overweging om een
lettertype te interpreteren als een muzikaal
lettertype
Om te weten of een lettertype gebruikt wordt voor
het tekenen van muzieksymbolen of voor tekst, wordt
de wijze geanalyseerd waarop de tekens in dat
lettertype over de pagina heen staan.
Het aantal tekens wordt nu geteld: dit zijn het
aantal dat binnen het gebied van de notenbalken
staat en het aantal tekens dat daarbuiten staat.
Hiermee wordt de verhouding berekend en deze wordt
vergeleken met de waarde van deze instelling. Op
basis hiervan wordt het lettertype bepaald.
Opmerking: het resultaat van deze berekening kan
veranderd worden door het handmatig aanpassen van
het lettertype ("Corrigeren"
menu).
Lettertekens
|
|
Complexiteit : laag
Tekens die niet behoren bij de muzikale symbolen
worden nu geanalyseerd om te kijken of zij woorden
vormen.
• Maximale verticale afstand tussen een
letterteken en het woord waar hij toe behoort (als
een percentage van de hoogte van het woord)
Deze instelling definieert de onnauwkeurigheid met
betrekking tot de onderkant van de letters van het
woord. Hoe groter de waarde, hoe meer tekens er op
een enigszins afwijkende positie aan hetzelfde woord
worden toegekend.
Dit kan vooral handig zijn voor superscript letters.
Een voorbeeld: bij de achtervoegsels van akkoorden,
zoals "C7", is de numerieke waarde, "7" in dit
geval, wat opgeschoven.
• Maximale horizontale afstand tussen het einde
van het woord en een teken voor concatenatie (als
een verhouding van de hoogte van het woord)
Naarmate de waarde van deze instelling hoger wordt,
worden tekens die meer uit elkaar liggen nog steeds
geïnterpreteerd als tekens die bij hetzelfde woord
horen.
Als deze waarde te hoog is, dan kunnen liedteksten
die bij de notenbalk horen samengevoegd worden tot
één enkel woord.
Maar nog belangrijker: op tabulaturen kunnen de
nummers van de cellen fout gaan. Een voorbeeld: een
3 die gevolgd wordt door nog een 3 als onderdeel van
dezelfde tekenreeks, kan geïnterpreteerd worden als
"33".
• Maximale horizontale afstand tussen het einde
van de tekst en het muzieksymbool voor het
tempo (als percentage van de hoogte van het
woord)
Het tempo kan worden aangeduid met een tekst die
gevolgd wordt door het teken van tempo. Deze
instelling helpt u om het tekstuele gedeelte en het
tempogedeelte samen te voegen tot één indicatie voor
het tempo.
• Minimale afstand tussen twee identieke tekens
(als percentage van de hoogte van het teken)
In sommige bestanden wordt ieder teken meerdere
keren getekend. Meestal is dit op -ongeveer-
dezelfde plaats. Deze instelling helpt u om deze
identieke tekens te verwijderen, zodra er al één is
getekend.
Woorden
|
|
Complexiteit : laag
De lettertekens zijn inmiddels gegroepeerd tot
woorden. Deze woorden zullen samen woordregels
vormen. Deze regels worden nu geanalyseerd om te
bepalen of zij liedteksten of akkoordnamen vormen.
De maatnummers, de notenbalken of groepen daarvan
worden nu vastgesteld.
• Verticale onnauwkeurigheid voor het maken van
woordregels (als een verhouding van de hoogte van
het woord)
Deze instelling bepaalt de tolerantie voor het
bepalen van de woordregels.
• Maximale horizontale afstand tussen de start
van de maat en zijn nummer (in lijnafstanden)
• Maximale verticale afstand tussen de start van
de maat en zijn nummer (in lijnafstanden)
Deze instelling definieert de maximale afstand
die geldt bij het zoeken naar de maatnummers.
• Maximale verticale afstand tussen de notenbalk
en zijn naam (in lijnafstanden)
De naam van de notenbalk wordt links van de
lijnen van de notenbalk verwacht. Hij is verticaal
gecentreerd. Deze instelling bepaalt de tolerantie
van deze verticale centrering.
Liedteksten
|
|
Complexiteit : laag
De woordregels die geen akkoordnamen vormen, worden
nu geanalyseerd. Zij vormen de liedteksten. Een
liedtekst is altijd onder de bijbehorende notenbalk
geplaatst.
• Verhouding voor het onderscheid tussen een
onderbrekingsstreep en een onderstreping
Horizontale lijnen in een liedtekstregel kunnen
geïnterpreteerd worden als een onderbreking of een
onderstreping (melisma). De verticale positie van de
lijn, de mate van de hoogte van de lijn maken het
mogelijk om beide lijnen te onderscheiden.
• Verhouding tussen het aantal woorden en
het aantal noten in de notenbalk. Deze is
theoretisch 1.
Als de verhouding groter is, dan helpt dit om
sommige woorden buiten de liedtekst te houden.
Soms zijn tekstregels die onder een notenbalk
staan geen liedteksten, maar bijvoorbeeld de
voettekst van de pagina. De woorden die bij de noten
horen worden geteld en worden vergeleken met woorden
waarbij dat niet lukt. Als deze verhouding beneden
de ingestelde waarde komt, dan wordt de tekst niet
als regel van de liedtekst geïnterpreteerd.
• Maximale afstand tussen de eerste regel van de
liedteksten en de onderkant van de notenbalk (in
lijnafstanden)
Als de eerste tekstregel te ver van de onderkant van
de notenbalk afligt, dan wordt hij niet
geïnterpreteerd als een regel van de liedtekst.
• Maximale verticale afstand tussen de regels van
de liedteksten (in meervouden van de hoogte van de
tekstregel)
Bij muziek met meerdere regels liedtekst, dan geeft
deze instelling de maximale afstand aan tussen de
verschillende tekstregels. Deze instelling bepaalt
op deze manier de verschillende verzen van de
liedtekst.
• Overeenkomende verhouding tussen noten
voor gedeelde liedteksten
Als de regel van een liedtekst gedeeld wordt door
twee muziekdelen en de noten van de verschillende
notenbalken worden vergeleken, dan wordt een
overeenkomende verhouding berekend. Als het
resultaat groter is dan de waarde van deze
instelling, dan wordt de liedtekst als zijnde
gedeeld geïnterpreteerd.
Paragrafen
|
|
Complexiteit : laag
Woorden die niet bij liedteksten horen, geen
akkoordnamen zijn, geen namen van notenbalken
enzovoorts, worden als paragrafen gegroepeerd. Ze
worden geïnterpreteerd als vrije tekst.
Als eerste worden de woorden geaggregeerd tot
woordregels. Vervolgens worden de regels verticaal
samengevoegd tot paragrafen.
• Maximale horizontale afstand voor het
samenvoegen van tekst tot regels (als een meervoud
van de grootte van het lettertype)
Dit is de maximale afstand tussen twee woorden
op dezelfde regel.
• Maximale horizontale afstand bij het toevoegen
van ruimte in een regel (als een meervoud van de
grootte van het lettertype)
Als de afstand tussen twee woorden op dezelfde
regel groter is dan de waarde van deze instelling,
dan wordt een spatie tussen hen ingevoegd.
• Maximale horizontale afstand voor het
samenvoegen van regels tot een paragraaf (als een
meervoud van de grootte van het lettertype)
De maximale horizontale afstand tussen twee
regels in dezelfde paragraaf. De waarde van de
instelling wordt toegepast op de linker- en
rechterkant van de regels (paragrafen kunnen worden
uitgelijnd).
• Maximale verticale afstand voor het samenvoegen
van regels tot een paragraaf (als een
meervoud van de grootte van het lettertype)
De maximale verticale afstand tussen twee regels van
dezelfde paragraaf.
Meervoudige
maten
|
|
Complexiteit : laag
Maten met meerdere rusten worden getekend als een
symbool in het midden van de maat. Boven het symbool
staat een nummer.
• Minimale hoogte van het nummer van de
meervoudige rust (in lijnafstanden)
Het getal moet lang genoeg zijn (a).
• Maximale afwijking tussen het nummer van de
meervoudige rust en het midden van de maat (in
lijnafstanden)
Het nummer moet min of meer gecentreerd liggen in de
maat (b).
• Maximale afstand tussen het nummer van de
meervoudige rust en de notenbalk (in
lijnafstanden)
Het nummer moet boven de notenbalk getekend zijn,
maar mag er niet te ver vanaf liggen (c).
Delen
/
Einden
|
|
Complexiteit : laag
Deelindicatoren geven stukken van de partituur aan
die alleen op bepaalde momenten gespeeld moeten
worden.
• Maximale dikte van de lijn (in lijnafstanden)
De verticale of horizontale lijnen moeten dunner
zijn dan deze waarde. Anders worden zij genegeerd
(a).
• Minimale hoogte van de verticale lijn (in
lijnafstanden)
De verticale lijnen aan het begin of het einde
moeten lang genoeg zijn (b).
• Minimale lengte van de horizontale lijn (in
lijnafstanden)
De lijn die het begin en het einde van het
muziekdeel verbindt, kan verbroken zijn. Met deze
instelling geven we de minimale lengte aan (c).
• Onnauwkeurigheid voor het verbinden van de
verticale en de horizontale lijnen (in
lijnafstanden)
De verticale en horizontale lijnen worden als
onderdeel van hetzelfde (eindigende) haakje
geïnterpreteerd. Dit geldt alleen als zij binnen de
tolerantie vallen die met deze instelling wordt
aangegeven.
• Minimale hoogte van de nummers (in
lijnafstanden)
De nummers moeten groot genoeg zijn (d).
• Minimale hoogte van een punt (in lijnafstanden)
De punt tussen de nummers, indien aanwezig, moet
groot genoeg zijn. Als hij dat niet is, dan wordt
hij verwijderd. Dit voorkomt bijvoorbeeld de
verwarring met een staccato.
Crescendo /
decrescendo
|
|
Complexiteit : laag
Schuine lijnen, die nog niet als waardestrepen zijn
geïnterpreteerd, worden nu geanalyseerd of zij aan
hun uiteinden onderling zijn verbonden. Afhankelijk
van het resultaat worden zij geïnterpreteerd als
crescendo, decrescendo of marcato.
• Horizontale onnauwkeurigheid bij het zoeken
naar de twee lijnen van het symbool (in
lijnafstanden)
• Verticale onnauwkeurigheid bij het zoeken naar
de twee lijnen van het symbool (in lijnafstanden)
De lijnen moeten met een afdoende accuratesse
onderling verbonden zijn (a en b).
• Minimale grootte van een decrescendo. Als de
decrescendo kleiner is, dan wordt hij veranderd in
een marcato (in lijnafstanden)
De decrescendo moet voldoende breed zijn. Anders
wordt hij als een marcato geïnterpreteerd (c).
• Vergelijking van de lijngrootte van de
crescendo lijn (als een verhouding met het
referentieformaat)
De lijnen moeten ongeveer dezelfde lengte hebben
(d).
Octaaf start
|
|
Complexiteit : laag
De verschuivingssymbolen van een octaaf (8va, 8vb,
15ma, 15mb) worden gevolgd door een eventueel
onderbroken lijn. Deze lijn geeft aan welke noten
door deze verschuiving geraakt worden.
• Horizontale onnauwkeurigheid bij het zoeken
naar de lijn aan de linkerkant van het symbool (in
lijnafstanden)
De lijn moet niet te ver weg van het symbool
beginnen (a).
• Verticale onnauwkeurigheid bij het zoeken naar
de lijn aan de linkerkant van het symbool (in
lijnafstanden)
De lijn moet min of meer verticaal gecentreerd zijn
op het verschuivingssymbool (b).
• Onderscheid tussen een gestreepte lijn en een
lijn met gestreepte attributen (in lijnafstanden)
De maximale afstand tussen de lijntjes als de lijn
gestreept is getekend (c).
Dynamiek
|
|
Complexiteit : laag
• Maximale afstand tussen dynamiek en het midden
van de notenbalk (in lijnafstanden)
Als de afstand groter is dan deze waarde, dan
worden de tekens voor dynamiek (pp, mf, ff...) niet
als zodanig geïnterpreteerd.
Afbeeldingen
|
|
Complexiteit : laag
In een PDF-bestand kunnen afbeeldingen decoratief
zijn, maar zij kunnen ook de vorm van een
muzieksymbool hebben.
• Maximale grootte van de afbeeldingen die als
muzieksymbolen verwerkt moeten worden (in pixels)
Grotere afbeeldingen zullen als decoratieve plaatjes
worden geïnterpreteerd.
• Minimale grootte van de afbeeldingen die als
muzieksymbolen verwerkt moeten worden (in
lijnafstanden)
Kleinere afbeeldingen zullen als decoratieve
plaatjes
worden geïnterpreteerd.
• Minimale grootte van de afbeeldingen die
geëxporteerd worden in het resultaat (in pixels)
Kleinere afbeeldingen worden genegeerd en worden
niet in het resultaatbestand geëxporteerd.
|
|
|